Wat leuk dat je met een groep wilt oefenen! Paulus zegt: 'Jaag de liefde na en streef naar de gave van profetie'. Als je ergens naar streeft probeer je steeds beter te worden. En je kan alleen maar ergens beter in worden door het te doen. Door fouten te maken en te blijven oefenen. Onderstaande oefeningen kunnen je groep daarbij helpen. Belangrijk is dat alles genoteerd wordt zodat ze het later nog eens na kunnen lezen/luisteren.

Voordat je begint met het oefenen in een groep, is het belangrijk dat je wat uitlegt over profetie. Deel het materiaal dat op deze website staat. Zorg er in ieder geval voor dat iedereen de stappen hoe je Gods stem kunt verstaan kent en deel ook hoe je een profetie kunt toetsen/controleren.

Basisregels
Daarnaast zijn er nog een paar basisregels voor het delen van een indruk/profetie met een ander. Neem deze ook met elkaar door.

Je zegt niet: 'God zegt dit...' Of Zo spreekt de Heer' maar: 'Ik heb de indruk dat God dit zegt of laat zien.'
Blijft iemand 'blanco', probeer dan te vragen naar de allereerste gedachten. Dikke kans dat dat raak is. Niets hebben mag, maar God is een sprekende God dus geeft heel vaak wel iets. We moeten het alleen opmerken 😉
Fouten maken mag! Ernaast zitten ook! Daarom des te belangrijker dat je ook vertelt hoe mensen een indruk kunnen controleren.

Schrijven

Alle groepsleden krijgen een A4 en maken daarop een afdruk van hun hand (hand op A4, met een pen teken je je hand na). Schrijf bovenaan de A4 klein je naam en vouw deze om zodat je naam niet zichtbaar is en de handafdruk wel.
Leg alle papieren ergens in de ruimte. Word stil, vraag om de leiding van de Heilige Geest.
Vraag God op welke handafdruk je iets mag schrijven en wat dan. Loop zo door de ruimte en schrijf op diverse handafdrukken indrukken op.
Klaar? Vouw de namen open en geef de handafdruk aan de betreffende personen. Lees wat je hebt ontvangen en deel eventueel met elkaar of het raak is of niet. Geef ook de toetsregels mee!


In rijen
Wie staat er achter je? Vraag God om een indruk.

Maak 2 rijen tegenover elkaar met de ruggen naar elkaar toe. Ze kijken elkaar dus niet aan. Let op: het is belangrijk dat in ieder geval 1 rij niet weet wie er achter ze staat. Zet bijv. eerst 1 rij neer en laat daarna de andere helft stilletjes plaatsnemen.
Vraag om leiding van de Heilige Geest. Iedereen stelt aan God een vraag over degene die tegenover hem/haar staat. Na een korte stilte (bijv. 3 minuten) waarin we om Gods antwoord vragen draait iedereen zich om en deel je het antwoord.
Daarna hussel je de groep en maak je weer 2 rijen waarvan nu de andere helft niet weet wie er achter ze staat.
Je kunt de volgende vragen stellen:
Welke eigenschap van de ander vindt U mooi?
Op welk persoon uit de Bijbel lijkt de ander?
Welke kleur past bij de ander en wat zegt die kleur?
Waarmee wilt U de ander bemoedigen?

Doorvragen
Vraag God om steeds meer over 1 indruk.
Deze oefening bestaat uit meerdere rondes.

Iedereen vraagt aan de Heilige Geest om leiding. Daarna deel je in 15 seconden de indruk.
Je vraagt aan God om meer en deelt de indruk in 30 seconden. Je begint door de indruk van stap 1 opnieuw te vertellen en breidt deze vervolgens dus uit.
Je vraagt weer om meer en deelt dan de indruk voor 1 minuut, daarna 1,5 minuut en uiteindelijk deel je 2 minuten lang de indruk en alles wat je van God kreeg.

Doel is dat je door leert vragen aan God, dat je merkt dat God meer wilt geven.